Menno Veldhuizen combineert melkvee met een zorgtak, kinderboerderij en horeca. Via het project ‘Energieneutrale Melkveehouderij Utrecht’ bespaart hij fors op de stroomrekening.
Wie het erf van de familie Veldhuizen in het Utrechtse Eemdijk komt oprijden, komt ogen tekort. Het grote bord op de voorste schuur vermeldt dat hier zorg- en kinderboerderij De Veldmuis is gevestigd. Iets verderop wordt een weitje met speeltoestellen zichtbaar.
In de nieuwe, grote stal kauwen niet alleen zestig koeien tevreden op hun gras, ook staan hier een grote volière, konijnenhokken en ander kleinvee dat bij de kinderboerderij hoort. Voor in de stal is een beachvolleybalhal, waar het horecagedeelte, geschikt voor feestjes, met grote ramen op uitkijkt.
Kleinschalig
‘Ja, het is heel wat zo bij elkaar’, beaamt Menno Veldhuizen even later achter een kop koffie in de kantine. ‘Ik had vijftien jaar geleden nooit kunnen denken dat het bedrijf op deze manier zou uitgroeien. Wel wist ik toen dat er wat moest gebeuren, want de melkveehouderij was te kleinschalig om alleen van rond te kunnen komen. We zijn gaan zoeken naar manieren om zorg in te passen op onze boerderij.’ In de samenwerking met zorginstelling Sherpa werd deze gevonden en sinds 2004 lopen er op de melkveehouderij enkele hulpboeren rond.
Ik had vijftien jaar geleden nooit kunnen denken dat het bedrijf op deze manier zou uitgroeien
Een paar jaar later sprong Veldhuizen handig in op het gegeven dat Bunschoten-Spakenburg graag een kinderboerderij in haar gemeente wilde. ‘Ons plan voor een kinderboerderij geïntegreerd in de melkveehouderij met zorgtak, werd goed ontvangen.’ Juist de aanwezigheid van de dieren maakt deze neventakken zo succesvol, weet de ondernemer. ‘Voor de hulpboeren werkt het hebben van echte zorgtaken voor de dieren geweldig. En voor kinderen is het mooi om op een echte boerderij rond te kijken.’
Nieuwe stal
Om alles goed te kunnen huisvesten, werd er een nieuwe stal gebouwd. ‘In eigen beheer. Ik kocht elders een grote schuur met spanten, dak en verlichting. Die hebben we hier, met een paar spantvakken extra, weer opgebouwd.’ Drie jaar duurde het voordat het multifunctionele gebouw in 2015 klaar was.
‘In de bouwperiode gebruikten we enorm veel stroom: bijna 90.000 kilowatt per jaar. Ik schrok van de energierekeningen’, lacht Veldhuizen achteraf. Toen hij in 2016 op Twitter het project ‘Energieneutrale Melkveehouderij Utrecht’ voorbij zag komen, kwam dat als geroepen. ‘Het was tijd om bewuster met energie om te gaan. Het project helpt je daarbij handen en voeten te geven.’
Stroomverbruik
Als eerste werd er naar het stroomverbruik gekeken. Met tussenmeters werd precies gemonitord welke apparatuur veel verbruikt en waar bespaard kon worden. ‘Dat zijn soms simpele dingen. In het horecagedeelte en de beachvolleybalhal hebben we alle verlichting vervangen door LED lampen. Verder bleek het koelen van de melk veel energie te kosten. We hebben de motor van de koelinstallatie op de melktank beter later afstellen en de ombouw van de motor is aangepast, zodat deze de warmte beter kwijt kan.’
De grootste klap bleek het installeren van een voorkoeler. Deze koelt de melk, voordat deze in de melktank belandt, met behulp van grondwater terug van 36 naar 12 graden. ‘De koelmotor hoeft dus veel minder werk te doen. Dat scheelt veel stroom’, vertelt Veldhuizen tevreden.
Tegemoetkoming
De aanpassingen kosten natuurlijk wel geld. Daarom kunnen niet alle verbeterpunten in één keer worden gerealiseerd. ‘We krijgen wel een tegemoetkoming vanuit het project, maar het gaat om behoorlijke investeringen. Zo willen we nog graag LED verlichting in de koeienstal en op den duur zonnepanelen.’
Veldhuizen hoopt dat de uitkomsten van dit project andere melkveehouders ook handen en voeten geeft om energiebesparingen door te voeren. Zelf zit hij alweer te broeden op nieuwe ontwikkelingen. Naast ondernemend blijkt de melkveehouder best idealistisch. ‘We willen graag overschakelen naar biologisch. Het klimaat en milieu zijn belangrijk.’
Toekomst
Op de vraag waar de ondernemer over vijftien jaar staat met zijn bedrijf, blijft hij het antwoord schuldig. ‘Geen idee. Maar het is wel mooi dat we die droom van vijftien jaar geleden, melkveehouder blijven, hebben kunnen verwezenlijken, met zulke mooie neventakken erbij. En als boer ben je ook ondernemer, dus er zullen vast nog wel nieuwe dingen gaan gebeuren.’
bron: www.nieuweoogst.nu