Marjan Minnesma is duurzame koningin

Ze bezorgde Nederlanders vijftigduizend zonnepanelen met korting, en hield vlak voor Prinsjesdag een Duurzame Troonrede op het Binnenhof. Marjan Minnesma van actie-organisatie Urgenda gaat voor groen. “We willen Samsom en Rutte helpen om te doen wat nodig is.”

Drie kwartier na de afgesproken tijd arriveert ze bij haar kantoor in haar elektrische Opel Ampera. Met taart en bloemen onder de arm staat ze te hannesen met het snoer. De nietelektrische scooter van onze fotograaf staat onhandig geparkeerd voor de oplaadpaal aan de Amsterdamse Keizersgracht. Het leven van de nummer één van de Duurzame Top 100 is vol. De dag ervoor, op de Dag van de Duurzaamheid, gaf Marjan Minnesma het startsein voor het Low Car Diet, waarbij tien topmanagers tien dagen lang hun auto laten staan en zich via openbaar vervoer en Greenwheels voortbewegen. Maar het was ook de dag waarop haar dochter haar elleboog brak en ze de halve dag in het ziekenhuis doorbracht. Ze runt Urgenda, denken doetank over duurzaamheid, speelt hobo in een symfonie-orkest en heeft genoeg aan vijf uur slaap. Haar mailcorrespondentie handelt ze af na twee uur ’s nachts. Even lijkt ze gestrest aan het interview te beginnen, maar dan is ze weer haar – professionele – zelf.

Duurzame troonrede
Op Duurzame Dinsdag, twee dinsdagen voor Prinsjesdag, las ‘koningin’ Marjan Minnesma, in lichtblauwe satijnen jurk met nep-hermelijnen kraag de Duurzame Troonrede voor. Met dit alternatief voor ‘de echte’ rede, wil zij Den Haag inspireren tot duurzamer beleid. Minnesma pleitte onder meer voor een ministerie voor Circulaire Economie, dat zich richt op een economie gebaseerd op duurzame energie en hergebruik van grondstoffen.

En, was het een succes, de Dag van de Duurzaamheid?
“Ja, enorm, dit jaar hebben er heel veel meer grote bedrijven meegedaan. Ze hadden hun achterban gespamd om mee te doen. Etos deelt geen plastic zakjes meer uit en Heineken had zijn medewerkers de straat opgestuurd om de kroegen te overtuigen over te gaan op led-verlichting.”

Dat is opvallend, want het begrip duurzaamheid swingt niet.
“Het is vooral het woord ‘milieu’ dat een belegen connotatie heeft. Je zult mij nooit betrappen op een spijkerbroek en een slobbertrui. Nu draag ik die sowieso niet tijdens mijn werk, maar het is ook een heel bewuste keuze. Urgenda staat voor een zakelijke benadering. Wij willen laten zien dat duurzaamheid een rendabel verhaal is. Ik ben geen fan van subsidies. Ik vind dat je die mondjesmaat moet gebruiken, alleen voor de dingen die dat echt nodig hebben. En zeker niet grootschalig voor zonnepanelen voor burgers, dat is helemaal niet meer nodig.”

In het bedrijfsleven heb je koplopers zoals Paul Polman (Unilever) en Feike Sijbesma (DSM), maar waar blijft de rest?
“Ik zie een groot verschil met twintig jaar geleden. Toen hadden bedrijven ergens in een hoekje een milieudame die voor haar dossier moest knokken en die door niemand werd gehoord. Nu is het echt geland in de board rooms. Zeker de grote bedrijven hebben dondersgoed door dat de grondstoffen schaarser worden en de prijzen alleen maar stijgen. Dus het is ook in hun belang dat we naar een kringloopeconomie gaan, waarin alles wat we gebruiken, hergebruikt wordt. Anders zijn die grondstoffen er straks simpelweg niet meer. Ik sta regelmatig voor zalen met mkb’ers en daar zie ik ook dat steeds meer bedrijven een andere koers kiezen. Veel mkb’ers hadden nog niet de tijd om zich in duurzaamheid te verdiepen, ze hebben geen milieumanager of duurzaamheidsdame. Maar ze zijn wel ontvankelijk voor de boodschap. Ik geef ze de sleutels van mijn Ampera en dan zeg ik: ga maar een rondje rijden. De Ampera spuit vooruit, hij is als eerste weg bij het stoplicht. Het is een echte mannenauto.”

Moeten we eigenlijk niet met z’n allen úit de auto, ook om de verdere asfaltering van Nederland te stoppen?
“Nee, je moet toe naar een heel divers vervoerssysteem, met pasjes voor treinen, busjes en leenauto’s. Je hoeft niet allemaal je eigen auto te hebben. Als je elektrisch rijdt en je laadt je auto op met je eigen zonnepanelen op je dak, dan is daar overigens niks mis mee. De auto is niet het probleem, we moeten alleen de uitstoot beperken. Ik woon in de Beemster, in the middle of nowhere. In de verste verte is er geen openbaar vervoer te bekennen, maar als ik in Amsterdam zou wonen, zou ik waarschijnlijk geen auto hebben. Hier aan de overkant van de gracht woont Wubbo Ockels. Die heeft ook geen auto. Veel mensen in de stad vinden het al niet meer nodig.”

CV
1966 wordt geboren in Wormerveer.
1988 studeert bedrijfskunde aan Henley/Brunel University, Londen.
1989 doet afstudeeropdracht bij Shell om van binnenuit iets te veranderen. Blijft er nog een jaar werken.
1994 studeert af in Filosofie en Rechten, aan de Universiteit van Utrecht.
1994 wordt programmamanager bij Novem, agentschap van het ministerie van Economische zaken en VROM. Werkt in diverse landen op de Balkan.
1998 krijgt baan aangeboden als campagnedirecteur bij Greenpeace Nederland. Promoveert er Diederik Samsom tot teamleider.
2001 werkt bij Instituut voor Milieuvraagstukken aan de VU.
2004 helpt prof. Jan Rotmans aan de Vrije Universiteit het Dutch Research Institute for Transitions opzetten.
2007 directeur bij Urgenda, actieorganisatie voor innovatie en duurzaamheid.
2010 lanceert actie ‘Wij willen zon’: Nederlanders bestellen 50.000 zonnepanelen met korting.
2011 en 2012 volgens de Duurzame 100 van Trouw de meest invloedrijke duurzame Nederlander, tevens de enige vrouw in de top 10.
Marjan Minnesma is getrouwd en heeft drie kinderen (9, 10 en 12 jaar).

Oké, Wubbo Ockels is om, maar bereikt u met Urgenda ook de doorsnee Nederlander?
“Ik sta een paar honderd keer per jaar voor allerlei zaaltjes. En daar komen heel verschillende mensen.”

Past u uw verhaal aan aan het publiek?
“Ik ben sowieso van het redelijk normaal Nederlands. Twee weken geleden stond ik in een zaal met tweehonderd Terschellingers. Dan ga ik niet praten in abstracte concepten, maar bespreek ik meteen wat je op Terschelling kunt doen. Waar kun je morgen beginnen? Dat is een vraag die ik vaak krijg.”

En wat is dan het startpunt?
“Ik zeg: als je in de supermarkt staat, koop dan in plaats van de Chileense appels de appels uit Nederland. Die zijn niet de halve wereld overgevlogen. Een volgende stap is zonnepanelen op je dak. Iemand met organisatietalent kan een lokale energiecoöperatie oprichten of een boerenmarkt, net waar de interesse ligt.”

Wat raakt het publiek? Toch vooral de kostenbesparing?
“Nee, hoor, dat zeker niet alleen. Na afloop van de lezing op Terschelling kwamen mensen naar me toe: ‘Waarom horen wij dat verhaal over die urgentie niet vaker? Nu ik het heb gehoord, wil ik ook iets doen.’ Mijn appèl is altijd: we hebben niet tot 2050, we moeten nu aan de bak, want we hebben haast. Het gaat niet om de overheid of de ander; jij, nee wij moeten nu aan de slag. Dat komt meestal wel aan.”

Onze portemonnee speelt niet mee?
“Soms wel. Als de prijzen aan de pomp de pan uit rijzen, dan gaan mensen toch nadenken over alternatieven voor de auto. Als de benzineprijs ineens naar 5 euro zou stijgen, was dat omslagpunt er al geweest. Het is als die kikker in een pan met water dat langzaam steeds heter wordt. Maar op een gegeven moment kom je met je huishoudboekje niet meer uit. Hetzelfde geldt voor energie. Woningcorporaties zijn heel bang dat de energie straks meer kost dan de huur. Dat kunnen veel mensen niet meer betalen. Het maakt mij niet zoveel uit om welke reden mensen gaan bewegen. Ik wil niet met dat groene ouderwetse vingertje zwaaien van ‘jij deugt niet’. Mensen zijn niet consequent. Er zijn mensen die het leuk vinden om 130 te scheuren, maar er ook lol aan beleven om met hun zonnepanelen energie te besparen en te zien hoe hard de meter terugdraait richting de nul.”

En hoe reageert de politiek?
“Daar richt ik mijn pijlen niet op. Het begrip circulaire economie begint overal op te komen. Herman Wijffels (oud-topman Rabobank en hoogleraar duurzaamheid, red.) heeft dat natuurlijk ook zeer gepromoot. Alleen in Den Haag komt het niet aan, daar zijn ze het traagst van iedereen. De afgelopen vier, vijf jaar heb ik de politiek links laten liggen. Ik ben benieuwd welke kant het op gaat. Diederik Samsom zou beter moeten weten. Die kent de problematiek als geen ander. Ik was zijn baas toen we samen bij Greenpeace werkten. Ik zie wat hij in de onderhandelingen schrapt aan groene investeringen, maar ik schort mijn mening op tot ik weet wat hij wél gaat doen.”

Wat verwacht u van het regeerakkoord?
“Ik weet het niet. Rutte zou nog wel de groene kant op willen, maar stevige krachten om hem heen, zoals Stef Blok en Ivo Opstelten, hebben er niks mee. Die zijn heel ouderwets rechts.”

Zij staan toch ook in contact met de top van het bedrijfsleven?
“Nou, ik zat gisteren bij een van die topmannen waar jullie het net over hadden. Die vertelde dat hij er ook niet doorheen komt bij de VVD. Het is schrikbarend dat zulke mensen die weten wat er in de wereld speelt en die voor zo veel werkgelegenheid zorgen, gewoon niet gehoord worden. De VVD denkt dat de kiezer niks over duurzaamheid wil horen, maar als overheid heb je de taak om voor te lichten en voor te bereiden. Als het straks helemaal misgaat, zegt iedereen: ‘waarom hebben jullie niks gedaan?’”

Vat de jeugd het beter?
“Ja, zeker. Je hebt het netwerk rond de VN-jongerenvertegenwoordigers Duurzame Ontwikkeling Ralien Bekkers en Liset Meddens. En elke maand komt het clubje van Clean Drinks bij elkaar, allemaal jonge ondernemers die elkaar proberen te stimuleren. Steeds meer jongeren zijn op zoek naar zinnig werk, binnen een bedrijf dat goed bezig is, of voor zichzelf. Er is een trend naar ondernemen, het op je eigen manier doen, geen baas boven je. Dit pand (de Groene Bocht, red.) zit vol met jonge mensen die bezig zijn met duurzaamheid. Wij zijn een beetje de oude lullen. Ik probeer ze zo veel mogelijk te helpen. Dat vind ik leuk.”

En hoe is dat aan de keukentafel in de Beemster?
“Mijn man heeft een hekel aan Messiasgedrag, al te veel zendingsdrang. Dus juist bij onze kinderen heb ik me ingehouden, alleen kregen zij het op een gegeven moment mee op school. Dus gingen ze ineens lichtknopjes uitdoen, want dat was zielig voor de ijsberen. Dat heb ik er echt niet in gestopt.”

Discussieert u al met ze?
“De oudste is nu net naar de middelbare school. Het begint te komen. Zij zien ook de 24 zonnepanelen op ons dak en de elektrische auto. En dat is de eerste coole auto, vindt mijn zoon, alleen jammer dat ik hem heb bestickerd. ‘Mam, wat heb je nu gedaan?’, zei hij. Daarmee komt de discussie aan tafel, maar dan brengen zij het zelf in. Ik druk er niets door. Behalve dat mijn dochter met de fiets naar school moet, en geen buskaart krijgt.”

Uit de barometer Mondiaal Burgerschap van NCDO blijkt dat vrouwen meer hebben met duurzaamheid dan mannen.
“Dat komt doordat heel veel beslissingen die daarover gaan, bij vrouwen liggen. Dingen zoals voedsel en gezondheid. Bij ons thuis is het heel klassiek verdeeld. Ik doe de was. Dus als ik op 30 graden wil wassen, was ik op 30 graden. Ik doe ook de boodschappen en zorg voor Ecover-spullen. Als mijn man een keer inkoopt, zie ik allemaal vage dingen die ik niet in huis wil hebben. Hij weet inmiddels dat ik het prettig vind als hij biologische spullen meeneemt. Dus daar probeert hij op te letten. Maar hij komt ook regelmatig met blikjes tonijn aanzetten. Die gooi ik het huis uit. Zo hebben wij ook onze strijdjes.”

Bij Urgenda ligt de nadruk op ecologische duurzaamheid, maar hoe zit met de sociale duurzaamheid? Heeft u een idee over hoe mensen samen moeten leven?
“Wat ik in de Duurzame Troonrede probeerde uit te leggen: het gaat uiteindelijk om waarden, op een andere manier in het leven staan. Maar we kunnen er niet op wachten tot iedereen die omslag heeft gemaakt. Dus sommige mensen prikkel je maar met geld of met eergevoel. Wij proberen zelf het goede voorbeeld voor te leven. Zo’n actie als ‘Wij Willen Zon’ (zie kader) drijft op vertrouwen. Mensen vertrouwden mij op mijn blauwe ogen, maar hoefden van hun kant ook geen bankgarantie af te geven. Dat ging bijna altijd goed. Wat meer werken op basis van vertrouwen en onderlinge saamhorigheid dan op basis van regeltjes, zou de wereld ten goede komen.”

Dat is bijzonder uit de mond van een juriste.
“Ja, juristen, dat is vreselijk volk. Het is wel een handige achtergrond om te weten hoe recht werkt. Maar die algemene houding van juristen om eerst te kijken wat er allemaal mis kan gaan en dan dingen te verzinnen om dat te voorkomen, daar doe ik niet aan mee.”

Dat is na de zonnepanelen de volgende stap?
“We willen meters maken met het verduurzamen van gebouwen. Denk aan led-verlichting, isolatie en zonneboilers. Dat zijn we nu aan het voorbereiden. En half november beginnen we met een rechtszaak tegen de staat, op basis van het boek Revolutie met recht. Auteur Roger Cox is advocaat en zorgde er ook voor dat de klimaatfilm An Inconvenient Truth van Al Gore gratis in de Nederlandse bioscoop draaide. Het boek gaat over de opwarming van de aarde en hoe snel de olie opraakt. Cox legt helder uit dat we snel aan de bak moeten, maar dat dat in deze politieke constellatie niet zal gebeuren. Na hoofdstuk 1 en 2 moet je ongerust zijn, anders ben je ongevoelig. We stappen naar de rechter uit liefde, we vragen geen schadevergoeding, maar willen Diederik Samsom en Mark Rutte helpen om te doen wat nodig is. Door ze via het recht te dwingen om de dingen die ze hebben beloofd sinds het klimaatverdrag in 1992 nu eindelijk eens te gaan uitvoeren in het noodzakelijke tempo.”

Wilt u Samsom en Rutte op de knieën?
“Het gaat me er niet om dat we dit winnen, maar dat we het debat aanjagen. Dat het ook besproken wordt bij Pauw en Witteman en De Wereld Draait Door. Want daar komen wij niet binnen. De redactie van DWDD raakte zelfs geïrriteerd, omdat we een twitterbom hadden opgezet om jongerenvertegenwoordigers Liset en Ralien aan tafel te krijgen. Dat is een gemiste kans. Op de Dag van de Duurzaamheid zijn we bij alle media geweest, maar zij toonden geen belangstelling. Terwijl Jeroen Pauw toch de grote klimaatshow heeft gepresenteerd. Maar blijkbaar heeft dat ’m niet geraakt. Terwijl ik denk: als ik nou maar één keer bij hem aan tafel kom, daarna…”

‘Wij willen zon’
‘Wij willen zon’, opgericht door Urgenda en De Betere Wereld, maakt duurzame zonneenergie goedkoper voor de gewone consument.

Veel goedkoper
De stichting koopt op grote schaal zonnepanelen en omvormers in in China en montagemateriaal in Nederland. Ze leveren die als complete sets, tegen een lage prijs, aan zowel bedrijven als consumenten. ‘Wij willen zon’ startte in 2010 met groot succes, toen duizenden deelnemers van tevoren massaal een aanbetaling deden voor een gezamenlijke inkoopactie. Hierdoor konden de panelen een stuk goedkoper ingekocht worden. www.wijwillenzon.nl

bron: www.oneworld.nl