De nieuwe verlichting / Led verandert het aanzien van de wereld

Eindhoven staat bekend als lichtstad, en niet alleen omdat Philips er in 1891 een gloeilampenfabriek neerzette. Al sinds 1870 kwam de luciferindustrie er op gang. De tentoonstelling Smart Technology in Nemo richt zich vooral op het nieuwste op lichtgebied: led.

Zijn we net collectief aan de spaarlamp, is er alweer iets beters: led. Niet alleen omdat led geen kwik bevat dat bij het kapotvallen van de lamp vrijkomt (kinderen wordt geleerd weg te rennen wanneer zoiets gebeurt, volwassenen zetten vervolgens het raam open en trekken handschoenen aan om de scherven op te ruimen). Ook omdat led iets echt anders is, de mogelijkheden ermee zijn legio.

Van het beïnvloeden van de groei van planten tot het uitzenden van lichtgolven via een draadloos netwerk (‘li-fi’). Van het verlichten van pijn middels blauwe ledlampjes die de huid beschijnen tot het voorzien van licht van de bijvoorbeeld 400 miljoen Indiërs die nog niet zijn aangesloten op een elektrisch netwerk en dus vanaf half zeven ’s avonds in het donker zitten.

Led is een materiaal dat licht geeft wanneer er stroom doorheen gaat en daarbij, in tegenstelling tot een gloeilamp, niet warm wordt, wat een enorme besparing in energiegebruik oplevert. Bovendien is de CO2-uitstoot aanzienlijk minde: sinds het Amsterdamse Science Center Nemo overstapte op ledverlichting scheelt dat in vergelijking jaarlijks acht keer een rondje om de aarde met een Range Rover.

Led kan worden verwerkt in kleding en geeft de mogelijkheid om interieurs heel precies met belichting te kleuren; stemmingsafhankelijk, of juist stemmingsbeïnvloedend. Kortom: led verandert het aanzien van de wereld, met led begint er een nieuwe tijd. Zo leert ons de tentoonstelling Smart Light, onderdeel van Smart Technology, nog twee jaar te zien op de vierde verdieping van Nemo.

Revolutie
Programmamaker Elles van Vegchel stelde een en ander – dat er overzichtelijk uitziet, als een verzameling lampen op stokken met daaromheen een aantal informatieblokken en erboven twee enorme, speciaal gemaakte designkroonluchters – samen. ‘Ik vroeg een medewerker van ons depot of hij me iets over elektrisch licht kon vertellen. Twee a4’tjes met informatie verwachtte ik, maar hij gaf me een grondige studie van zo’n zeventig pagina’s. Het is een onderwerp waar veel over te zeggen en om te doen is, maar de ruimte is beperkt dus moesten er keuzes gemaakt worden.’

De tijdbalk rondom de lampenopstelling gaat voorbij aan de begindagen van licht in mensenhanden. Fakkels en toortsen, haarden en vuurkorven, olielampjes en kaarsen worden allemaal niet genoemd. Smart Light trapt af met de koolspitslamp uit 1840, een gevaarte, gevolgd door de eerste gloeilamp in 1879; het verhaalt van 173 jaar menselijk vernuft op het gebied van elektrisch licht in het duister. Van Vegchel: ‘Eigenlijk is het er al die tijd vooral over gegaan hoe de gloeilamp verbeterd kon worden. Pas nu met led is er echt iets nieuws, omdat het zich niet beperkt tot een lichtbron.’

Het principe van led werd bijna honderd jaar geleden al ontdekt, maar er is lang niets mee gedaan. Tot 1962, toen was de eerste ledlamp een feit. Met de ontwikkeling van blauwe led eind vorige eeuw breidden de terreinen voor toepassingen zich meer en meer uit. ‘Alleen zitten we nu met al die armaturen waar we fittingen in draaien. Er zijn weliswaar ledlampen met het uiterlijk van een gloeilamp, maar dat is een soort overgangsvorm.’ Al met al zal het nog wel even duren voordat de ledrevolutie in huis-, tuin- en keukengebruik een feit is.

Bescheidenheid
Buiten beschouwing blijft de kritiek op deze in Nemo bejubelde nieuwe vorm van ons leven besparend verlichten: de gevolgen van de pieken en dalen die het gebruik ervan op het elektriciteitsnetwerk hebben, en die tot stroomuitval zouden kunnen leiden. ‘In een ledlamp kan een simpele techniek ingebouwd worden om dat te voorkomen, die maakt de lamp alleen iets duurder.’

Een andere vraag die zich opdringt gaande het als bezoeker mogen veranderen van het licht dat op nepplantjes schijnt (‘in de tuinbouw is natuurlijke groei niet altijd handig’), en kijkend naar het filmpje waarin een Indiase boer met behulp van zijn door zonlicht opgeladen ledlamp nu ook in het donker op het land kan blijven werken, is: moeten we alles wat kan ook willen? Duisternis bannen, planten foppen? Neem dorpjes in Bhutan, het land dat rekent in Bruto Nationaal Geluk, die bewust zonder stroom blijven. De voor de aanvoer ervan benodigde elektriciteitsmasten zullen het berglandschap ingrijpend aantasten, en dat is voor de bewoners geen optie.

Iets van die manier van kijken zouden we ook hier goed kunnen gebruiken. We zijn onderdeel van de dingen, geen heersers over onze natuurlijke omgeving. Zonder die bescheidenheid slopen we al scheppend en slepen alles wat leeft en niets heeft misdaan mee in onze val.

bron: www.wetenschap24.nl